top of page

Talisker

1993

Orkest

Gecomponeerd in
1993

Voor
Klarinet, Contrabasklarinet, Hoorn en 2 Percuss. solo, klarinet oor en 6 Percuss.

Bezetting
Klarinet koor : 2 E-flat klars., 12 B-flat klars., 3 Altklar., 4 Basklar., 1 Contrabasklarinet.

Duur
30′

Eerste uitvoering
26, 27 (x2) en 28 maart in de hal van het Centraal Station van Antwerpen (B) ter gelegenheid van de officiële opening van Antwerpen ’93 Kulturele hoofdstad van Europa. Walter BOEYKENS, clarinet; Takashi YAMANE, contrabasklarinet; André PICHAL, hoorn; Wim KONINK en Marcel ANDRIESSEN, percussie. Het Walter Boeykens klarinet koor en het Mol Percussie orkest (B) o.l.v. Leo OUDERITS en Luc BREWAEYS (maart 28).

In opdracht van
Antwerpen Kulturele Hoofdstad van Europa 1993

Opgedragen aan
Jacques Calonne

Uitgebrachte opname
Megadisc MDC 7828/29 (2cd)

Uitgever
Donemus

Luc over Talisker

Dit werk is het tweede in een reeks stukken die genoemd zijn naar single malt whisky’s. Talisker werd geschreven in opdracht voor het openingsconcert van Antwerpen Culturele Hoofdstad van Europa 1993, dat plaatsvond in de enorme hal van het Centraal Station van Antwerpen. Dit gebouw heeft een bijzonder lange nagalmtijd van ongeveer 7 seconden, met veel trappen en galerijen, waardoor het idee ontstond om een compositie te maken waarin het gebouw zelf geïntegreerd werd.

Ik koos vrij snel voor de homogene orkestrale klankkleur van een klarinetkoor, aangevuld met enkele solisten en percussionisten. Ongeveer de helft van het klarinetkoor speelde vanuit een galerij, terwijl de rest samen met de solisten centraal in de hal was opgesteld, min of meer zoals in een normale concertopstelling.

De muziek begint alleen met de vijf solisten (de percussionisten bespelen 18 gongs), verrassend als een kamermuziekstuk dat enige tijd duurt. Plots laten de zes orkestpercussionisten een paar bekkens op de grond vallen, waarna het volledige klarinetkoor inzet. Vervolgens volgen talrijke multiphonics, die uitmonden in een snelle percussiepassage. Daarna komt een reeks quasi-cadensen, eerst voor contrabasklarinet, daarna voor klarinet en tenslotte voor hoorn. Opnieuw maken de percussionisten luidruchtig hun intrede met klokachtige instrumenten, na ongeveer 10 minuten van relatieve stilte.

Door de akoestische eigenschappen van de ruimte ontwikkelt de muziek zich vrij traag. Tegen het einde spelen zes klarinetten lage D’s terwijl ze hun bellen op pauken plaatsen en de pedalen langzaam op en neer bewegen, wat een verbluffend faserend effect creëert, nog versterkt door de galm van de hal. Intussen bewegen en wandelen de andere klarinettisten rond terwijl ze spelen, totdat – langzaam – iedereen weer samenkomt voor een soort culminerende mars als slot.

Blijf op de hoogte

© 2025  Luc Brewaeys Foundation.

bottom of page