top of page

Interview met Annelies Van Parys

Annelies Van Parys is componiste en was Luc Brewaeys’ eerste studente.

In gesprek met Annelies Van Parys (Interview op 24 april 2025 door Jannis Van de Sande)


Componiste Annelies Van Parys leert Luc Brewaeys kennen tijdens haar studies in Gent. Wanneer haar voormalige compositieleerkracht Jan Rispens een directeursfunctie opneemt, suggereert hij dat Brewaeys de ideale nieuwe leerkracht zou zijn. Van Parys, zwaar onder de indruk van Brewaeys’ Fasten Seat Belts! dat ze rond dezelfde tijd ontdekt via de radio, trekt naar Vilvoorde voor een kennismaking.


Ik voelde mij zo superklein tegenover 'die grote meneer'. Hij bladerde heel geïnteresseerd door mijn werk, gaf af en toe een knikje. Ik dacht de hele tijd: ‘Gaat hij mij als leerling willen nemen, of niet?’. […] Het was op zich een gezellige, maar toch ook zeer spannende namiddag, waar hij natuurlijk op zijn Lucs over 101 dingen van het ene naar het andere praatte.


Brewaeys is enthousiast en zal Van Parys vanaf het academiejaar dat volgt op hun eerste ontmoeting compositieles geven in Gent. Daar ontstaat vrijwel onmiddellijk een vruchtbaar en intens contact, met lesmomenten die niet zelden uitmonden in lange gesprekken, wandelingen of cafébezoeken, waar het zeker niet altijd over muziek hoefde te gaan.


Dat waren lessen, die liepen wel eens uit he. Dat was niet van ‘kom een half uur of een uur binnen’, maar gewoon ‘kom binnen’. […] En na de les klonk het dan dikwijls van ‘Goh, ik heb dorst’. Dus wij naar de pub, de Irish Bells ofzoiets, aan St. Baafs. […] Met een pint, een koffie, of een Irish coffee ging de les dan vaak verder. Dan kwamen er soms ook andere studenten die werken meebrachten, die hij dan bekeek en becommentarieerde. En zo zaten we daar soms uren in gesprek. Dat zijn zeker leuke herinneringen. En wat ik altijd fenomenaal vond, is dat er muziek speelde in de bar, maar dat stoorde Luc totaal niet. Hij kon die partituren nog even goed lezen. Ongelofelijk. […]Op die manier bouw je natuurlijk snel een zeer goede band op, ook al omdat ik zijn enige student was.


In zijn pedagogie combineert Brewaeys een grote precisie met een duidelijke openheid voor de eigen inbreng van Van Parys. Zijn onfeilbaar oog ontziet geen enkele fout, maar dwingend sturen doet hij niet.


Met heel veel aandacht las hij dan je partituren. Niet even een paar pagina’s scannen, maar echt heel aandachtig lezen en daar rustig de tijd voor nemen. […] Hij zag het direct wanneer er iets mankeerde, en ik denk dat dat ook maakt dat zijn eigen partituren zo perfect waren. […] Maar ondanks zijn sterke persoonlijkheid en het specifieke idioom waarin hij werkte, stuurde hij mij totaal niet. […] Hij probeerde eerder dingen aan te reiken die u een stap verder zouden kunnen brengen. Geen twintig stappen tegelijk, niks geforceerd, maar telkens een kleine stap.


Wat Van Parys bijzonder treft, is Brewaeys’ diepgewortelde en authentieke enthousiasme, vooral wanneer hij haar – op strategisch gekozen momenten zo lijkt het wel – laat kennismaken met nieuwe muziek.


Zeker als ik niets mee had, bijvoorbeeld in een periode dat ik niet echt veel componeerde, dan zei hij 'Ja maar het is niets, we gaan naar iets luisteren, want ik heb hier juist een nieuwe score.' [...] En dan luisterden we bijvoorbeeld de Tanzsuite mit Deutschlandlied van Lachenmann. En dat was voor mij een totale ontdekking van muziek die ik anders niet kende en ook niet kon leren kennen. [...] Hij had altijd wel een logische volgende stap in gedachten. Iets dat je het gevoel geeft: ‘Ja, interessant, dat is net wat ik zocht’. En op die manier kon hij heel subtiel uw horizon uitbreiden.


Het contact tussen leerling en meester blijft ook na de formele studies van Van Parys tamelijk intens. Nieuwe werken worden over en weer gestuurd, benieuwd naar meningen en feedback.


Ik stuurde mijn werk altijd naar hem op, maar hij begon na een tijd ook nieuw werk van zichzelf door te sturen. Dan vroeg hij: ‘Kan je daar eens naar kijken, wat denk je?’ […] Zeker met zijn opera heeft hij dat veel gedaan, want daar was hij best onzeker over. En omdat ik op dat moment al vrij veel voor stem geschreven had, vroeg hij om er eens naar te kijken, ‘want ja, met stem heb jij meer ervaring’.


Hoewel Brewaeys tijdens zijn lessen en latere contacten weinig over zijn eigen compositieproces spreekt, komt Van Parys er door de jaren heen toch een en ander over te weten. Dat een groot deel van dat proces zich in het hoofd van Brewaeys voltrekt, zonder dat daar veel schetsen aan te pas komen, kan ze alleen maar beamen. Maar de complexiteit van zijn werkwijze ontdekt ze pas echt wanneer ze de opdracht krijgt om aan de slag te gaan met Brewaeys’ onvoltooide compositie voor het Concergebouworkest, wat resulteert in Eco… del vuoto.


Dat was heel interessant, omdat je dan voor de eerste keer ziet hoe hij werkt, en eigenlijk eerst zijn akkoord schrijft. Pas dan zoekt hij naar een bepaalde textuur, die hij heel belangrijk vindt, denk ik. […]De structuur die er zeker boven ging komen, die vond hij op dat moment volgens mij zo vanzelfsprekend, dat hij het niet nodig vond om die uit te schrijven.


Die ervaring voedt ook haar huidige werk aan de eveneens onvoltooide achtste Symfonie. Brewaeys werkte de eerste drie delen af, maar van het vierde deel bestaan er maar enkele maten muziek, verspreid over de partituur.


Ik ga proberen iets te schrijven waarbij zijn stukken in waarde worden gelaten, en er iets nieuws komt dat de boel verbindt, kintsugi-gewijs, de Japanse restauratietechniek die werkt met een andere kleur. […] Maar ik wil er tegelijk ook echt voor zorgen dat het materiaal dat ik toevoeg ook refereert aan Luc. […] Het blijft nog een beetje een zoektocht, maar wel een spannende zoektocht.


Tot slot benadrukt Van Parys dat ze van Brewaeys niet alleen componeertechnische inzichten leerde, maar ook ethiek en attitude meekreeg – naar musici, collega’s en het vak in het algemeen.


Wat ik ook geleerd heb van Luc, is dat ongeacht waar je staat in je carrière, je uiteindelijk maar een mens bent. […] ‘Het is toch niet omdat ik toevallig een succesvolle of grote componist ben, dat ik hoog van de toren moet gaan blazen.’ Die afwezigheid van dat soort arrogantie, dat was voor mij ook wel ergens een levensles.

Stay informed

  • Instagram
  • Facebook
  • YouTube

© 2025 by Luc Brewaeys Foundation.

bottom of page