top of page

Interview met Filip Rathe

Filip Rathé is componist, dirigent en oprichter van SPECTRA Ensemble. Tot op vandaag zet hij zich met grote toewijding en kennis in om de muziek van Luc Brewaeys levendig te houden.

In gesprek met Filip Rathé  (interview op 5 februari 2025 door Jasper Croonen)


‘Ik zit aan het conservatorium en er wordt daar gesproken over een jonge gast die met een symfonie ergens een prijs gewonnen heeft. [...] En dat was Luc Brewaeys. Dat was de eerste keer dat ik die naam heb gehoord.’   


Filip Rathé vertelt hoe hij voor het eerst van de componist hoorde. De oprichter van SPECTRA, het ensemble dat zich vanaf 1993 op de spectrale muziek (waaronder ook die van Brewaeys) toespitst, vertelt in het gesprek over de lange muzikale band die de twee onderhielden. En hoe hun relatie gebouwd is op een ambigue uitspraak. 


We zijn een keer aan de praat geraakt en toen was ik echt zeer geïntimideerd, want ik had hem gevraagd: "Zou je het zien zitten om iets te schrijven voor SPECTRA?" En hij zei: "Ja, als ik ooit iets schrijf voor jullie, dan is het met heel het ensemble onder een gigantische glazen stolp." En ik dacht, ten onrechte misschien: "Hoe, zijn we niet goed genoeg misschien, dat je dat niet wilt doen, of zoiets?" Dus dat is mijn eerste contact geweest met Luc. Ik was daar toen als jong gastje, midden twintiger of eind twintiger, wel wat van onder de indruk. Maar goed, we zijn elkaar steeds meer blijven tegengekomen.


In dit gesprek heeft Rathé het over de band die hij met de componist had, in het bijzonder tijdens de creatie van Cardhu. Het is een verslag uit de eerste hand van hoe een samenwerkingsproces met Brewaeys eraan toe ging, een getuigenis dat er vaak maar weinig moest doorgesproken worden. Daar was vaak ook niet veel tijd voor: ‘Luc was eigenlijk nooit klaar met zijn stukken. Ze waren altijd te laat. Bij mij is het nog erger, of tenminste even erg.’  


Er zijn componisten die je nodig hebt omdat het zo onduidelijk is wat er staat. [...] Maar bij Luc is dat niet. Dat is allemaal zo helder, zo duidelijk. Wat ook een goede zaak is voor zijn muziek hé. [...] Als je de partituur hebt, kan je het spelen. Dat is niet bij alle componisten zo.  


Als specialist in het spectralisme is Rathé ook ideaal geplaatst om het schrijven van de componist te kaderen. Hij kadert de stijl niet alleen in zijn historische context, maar legt gaandeweg ook zijn interpretatie van de 'trukendoos' van Brewaeys uit. Rathé begint zijn betoog met iets dat Luc Brewaeys zelf schreef in zijn tekst bij het werk Oban: ‘De meeste hedendaagse muziek is snel en ‘rock-like’ of verfijnd (in klankkleuren) maar statisch (of traag). Mijn doel was om iets te maken dat beide elementen heeft.’ 


Luc, niet kwaad zijn he. Volgens mij doet hij het als volgt: je hebt altijd een element A en een element B. […] Element A is snel en rocky als je wil, en element B is traag en kleur. Hij is een spectralist, want hij houdt wel van het transformatieproces. […] Volgens mij is dat, als ik zo oneerbiedig mag zijn, niet het compositieproces maar Luc Brewaeys in een notendop. Zijn vereniging zit vaak in de afwisseling. […] Ik ken niet alle werken, maar degene die ik ken, daar denk ik van: “Ja, dát is zijn ding.” [...] Het is één ding dat elke keer opnieuw wordt herdacht. Ik denk dat alle supergoede componisten, zoals hij, zoiets hebben waarvan je kunt zeggen: “Dit is het.” En daar doen ze het dan mee, een gans leven lang. Elke keer opnieuw, elke keer zichzelf heruitvinden met hetzelfde plan. Als je een componist kunt samenvatten op zo'n simpele manier, is het een goede componist. 


In 2022 maakte SPECTRA een opname van Brewaeys’ compositie Fêtes à tensions: (les) eaux marchent voor groot ensemble. Opvallend daarin zijn de vele citaten, en de vleug humor die niet alleen in zijn muziek, maar bij uitbreiding in zijn hele leven een grote rol gespeeld heeft.  


Een stukje Beethoven, een stukje Goeyvaerts, een stukje Webern, een stukje Berg,… Maar die dingen worden altijd maar langer, gelijk een soort spiraal dat uitdeint. […] En die dan plots afbreekt in ‘something very fresh’, superverrassend, in Fêtes à tensions is dat dan het citaat van Fêtes van Debussy, dat supersnel is. […] En we eindigen met Fêtes van Debussy en, als grapje, Stravinsky, L’histoire du soldat.’ […]  


Tot slot wordt nog ingegaan op de interpretatie van muziek – en in het bijzonder de muziek van Luc Brewaeys. Uiteraard betekenisvol materiaal voor de uitvoeringspraktijk van zijn oeuvre, nu de componist er zelf niet meer is. 


Ja, zijn muziek spelen is ‘no walk in the park’. Dat niet. Dus je hebt wel een bende nodig die op het scherpst van de snee wil gaan. Maar dat is toch enorm bevrijdend? Dat geeft energie! […] Als je dan [als uitvoerder] zoiets voor je krijgt, dat zo goed is op zich, dat je al bijna niets moet doen en dat het al goed is, dat is pas een cadeau. […] Er zijn componist waar je ik weet niet hoeveel moet doen, want als je het niet zou doen, dan zouden de mensen zeggen: “Wat is dat voor iets?” Hier is het niet nodig, hier is het er al. Alleen moet je het schoon presenteren.

 


Stay informed

  • Instagram
  • Facebook
  • YouTube

© 2025 by Luc Brewaeys Foundation.

bottom of page